Op woensdag 7 juni is het dan éindelijk zover… Ik begin aan mijn Camino Portugues naar Santiago de Compostela. Ik start mijn avontuur vanuit de stad Barcelos en ga precies 194 kilometer lopen over de Camino. Deze blog is mijn eerste samenvatting over de etappe Barcelos naar Balugaes.
Na een kort treinritje vanuit Porto arriveer ik op woensdag 7 juni in de stad Barcelos. Ik stap de trein uit met mijn backpack op mijn rug en zwaai de Amerikaanse vrouwen gedag waar ik mee aan de praat raakte tijdens de reis. Zij beginnen aan hun camino in Tui, het startpunt als je precies 100 kilometer wil lopen zodat je een compostela kunt krijgen in Santiago de Compostela. Met behulp van Google Maps ga ik op zoek naar mijn hostel en verken ik meteen de stad een beetje. Het centrum van Barcelos is niet groot, maar wel gezellig. Onderweg kom ik de welbekende Haan van Barcelos tegen, maar vooral ook héél veel pelgrims. Gek genoeg zie ik nog geen gele pijlen dus ik begin me wel een beetje zorgen te maken voor morgen.
Ik slaap deze nacht in In Barcelos Hostel & Guest House. Hoewel ik eigenlijk nog niet officieel begonnen ben aan mijn camino, ontvang ik van de receptioniste wel al een stempel in mijn pelgrimspaspoort. Mijn eerste! Ze laat mij de gedeelde slaapzaal zien waar verder nog niemand is. Ik installeer mijn spullen op mijn bed en besluit nog even wat snelle inkopen te doen in de stad. Even de Lidl in voor een ontbijt voor morgen en alvast wat magnesium bruistabletten omdat dat door iedereen aangeraden werd. Daarna ga ik op zoek naar een makkelijk diner en ga ik op zoek naar de dichtstbijzijnde gele pijl. Ik heb nog geen apps gedownload dus het is even een zoektocht, maar uiteindelijk vind ik bij een kerkje de eerste pijl en weet ik hoe ik morgen op de route naar Santiago de Compostela kom. Ik eet mijn diner (een tosti) op in de eetzaal van het hostel, leg mijn spullen klaar voor de eerste dag wandelen en val op tijd in slaap in de compleet lege slaapzaal. Die extreme drukte in de hostels waar ze het in de Facebook-groepen over hadden, kan ik nog niet helemaal plaatsen.
De eerste meters op de Camino
Op donderdag 8 juni is het dan eindelijk zover. De wekker gaat om 7 uur en na een snel ontbijtje van de Lidl ga ik lopen, op weg naar Santiago de Compostela. Ik kom in de stad nog geen andere pelgrims tegen, maar ik volg op een rustig wandeltempo de pijlen. Vlak voordat ik de stad uit loop, haal ik nog even een koud flesje water bij de McDonald’s. In die straat vind ik ook de eerste paal met de afstand: exact 194 kilometer nog naar Santiago de Compostela.
Mijn eerste contact met andere pelgrims is met drie mensen uit Brazilië. Een van de drie is een echte ‘caminoveteraan’, inclusief enorme schelpentattoo op zijn been, en heeft nu zijn vrouw en haar broer meegenomen naar Portugal om ze de ervaring ook te laten proeven. Ik kom er al snel achter dat caminoveteranen aan de ene kant onwijs interessant zijn, maar ook een beetje uit de hoogte. Ze kunnen je alles vertellen over de route en de leukste slaapplekken, maar ze kijken je ook met een licht minachtende blik aan als je ze vertelt dat jij in Barcelos bent gestart en vandaag ‘slechts’ 14 kilometer op de planning hebt staan. Mijn eerste caminovrienden lopen de camino ook overduidelijk om een andere reden dan ik. In elk kerkje wat we tegenkomen, gaan ze uitgebreid naar binnen. Bij de eerste paar ga ik braaf mee, maar uiteindelijk besluit ik toch om alleen verder te lopen.
Op deze eerste dag wordt meteen duidelijk waarom de camino-apps wel echt fijn zijn. Ze bevatten namelijk een heleboel informatie over stukjes die je net op een andere manier kunt lopen in het voordeel van jezelf. Zo is er tussen Barcelos en Balugues een treinrails waar de pijlen je eerst een heel stuk langs sturen om je vervolgens veilig onder het spoor door te leiden en je weer de andere kant op terug sturen langs datzelfde spoor. Terwijl er amper treinen rijden en je ook het spoor over zou kunnen steken om je voeten wat te sparen. Daarnaast is er op deze dag ook een omleiding van de route die wat onduidelijk staat aangegeven. Ik loop eerst verkeerd en stuit op een afsluiting van de weg en moet omkeren en de andere route pakken.
De voorzieningen op de Camino
Wat me meteen positief opvalt aan de camino is dat er best veel plekken zijn waar je even naar de wc kunt en wat kunt eten of drinken. Zo is er bijvoorbeeld halverwege de ‘berg’ een café waar ik even een koffie en koud flesje water drink. En natuurlijk haal ik ook meteen even een stempel. Je hebt er tenslotte twee per dag nodig voor je compostela. Na de flinke klim omhoog komt er gelukkig een rustige afdaling en ook onderaan zit een gezellig bakkerijtje waar een heleboel pelgrims zijn neergestreken op het terras. Genietend van de laatste zonnestralen van de dag bestel ik een muffin, cappuccino en koud flesje water. De rekening? Minder dan €2,50!
Noodweer op dag 1
Als ik het over de laatste zonnestralen van de dag heb, denk je misschien dat het langzaamaan al donker wordt of dat het wat bewolkt aan het worden is. Maar niks is minder waar. De laatste kilometer van vandaag loop ik op een heel hoog tempo omdat het begint te onweren. De laatste meters komt daar ook nog eens stromende regen bij. Ik kom de Brazilianen van eerder die dag weer tegen en samen mogen we bij een oud Portugees vrouwtje in de garage schuilen tot het weer opklaart. Dat gebeurt alleen niet echt en daarom ren ik tussen de buien door naar mijn eerste slaapplek. Daar gaan de deuren gelukkig précies open en krijg ik al snel de sleutels voor mijn kamer. Om een beetje aan het wandelen te wennen, trakteer ik mezelf voor de eerste nacht op een kamer voor mij alleen. En die blijkt fantastisch te zijn. Ik prop mezelf vol met nootjes en blauwe bessen uit mijn rugtas terwijl ik in het heerlijke tweepersoonsbed naar de zwarte lucht buiten kijk.
Als ik één ding mag noemen wat echt fantastisch is aan Casas da Quinta Cancela is het wel de onwijs lieve mensen die er werken. Na een uurtje in de fantastische kamer klopt de receptioniste namelijk aan om te vertellen dat ik er wel rekening mee moet houden dat er door een feestdag heel weinig open is in het kleine dorpje. Als ik nog naar de bakkerij wil, moet ik nu weg en anders blijft alleen de bar/restaurant aan het einde van de straat over. Ik besluit voor de laatste te gaan en ren er ‘s avonds door de regen naar toe om eten af te halen. Erg ‘vega friendly’ zijn ze niet want als ik naar de menukaart vraagt, vertelt ze me dat er twee opties zijn: chicken or sausage. Ik besluit voor de kip te gaan en reken 5 euro af. Dat blijkt een enorme zak eten te zijn met veel te veel patat en kip. Maar lekker was het wel!
Na een warme douche, met een twijfelende blik naar de weersvoorspelling voor morgen kijken en het inpakken van mijn spullen, val ik uiteindelijk in slaap in het heerlijke bed. Op naar morgen!